
Ik geloof in een veerkrachtige samenleving en kansen die we zelf kunnen creëren. Optimisme is een morele plicht, zei wetenschapsfilosoof Karl Popper.
De gewone man
Als je sommige politici mag geloven heeft de ‘gewone man’ geen kracht meer om de samenleving, zijn woonwijk en leven naar een volgend niveau te brengen. Persoonlijk vind ik dat onzin. Sommige buurten werden juist achterstandswijken doordat mensen de regie en daarmee de verbinding met de stad werd afgepakt. Vaak door regelgevers, handhavers, beleidsmakers en andere beterweters van de gemeente. Ik zie in diverse steden en wijken veel projecten en initiatieven ontstaan waar ik erg blij van word. Maatschappelijke initiatieven groeien als kool. Echt, breng die zogenaamde ‘gewone man’ maar eens samen, laat ze maar eens praten over wat ze anders (in de wijk) willen. Dan worden het net ‘Rotterdammers’ (tenminste, dat is de mythe). Je weet wel, van die gasten die met opgestroopte mouwen de klus klaren.
Loslaten in vertrouwen
Ik zou zeggen. Gemeente blijf af van je wijken en de initiatieven die ontspruiten. Leer eens los te laten in vertrouwen. Bewoners en ondernemers kunnen het echt zelf. Er poppen steeds meer bewonersbedrijven op, opgezet door bewoners, lokale ondernemers en met inzet van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Soms gefaciliteerd door de gemeente. Daarmee bedoel ik behalve ‘geld’, juist ook regelarme wetgeving, gemakkelijker vergunningen, regelarme bijstand en kijken naar mogelijkheden van mensen in plaats naar onmogelijkheden.
Maatschappelijk eigenaarschap
Die initiatieven bevinden zich op veel domeinen. De meesten op sociale cohesie en beheer van de eigen omgeving. Maar ook op welzijn en zorg en lokale economie. Een project lukt als het zeggenschap over gemeentelijke middelen krijgt en eigenaarschap. Want natuurlijk hebben initiatieven als ze succesvol zijn recht op publieke middelen. Dus nogmaals, gemeente blijf van succesvolle projecten af en ondersteun voornamelijk faciliterend. Ook burgers kunnen maatschappelijk eigenaarschap hebben en kunnen partner in beleid worden.
De stad is eigendom van de inwoners
Ik besef me dat stad een ecosysteem is, met dynamische levende materie. Laten we die levende materie dan ook eigenaar van de stad maken. Als geen ander geloof ik dat een stad pas tot zijn recht komen als alles en iedereen gemixt is. Als het leven zelf. Organisch, spontaan en onopgeruimd. Untidy, op zijn keurig Engels. De ‘intermingling’ van alle stedelijke gebruikers zijn cruciaal voor economische en stadse ontwikkeling. En dan kies ik graag voor een model waar je kleine lokale bedrijven ondersteunt en creatieve impulsen van stedelijke entrepreneurs omarmt.
Er ontstaan bedrijfjes die de kleine economie omarmen
Waar de politiek nog kan spelen met onderbuik gevoelens, zie ik in de wijken andere verhalen. Ik zie dat inwoners uitdagingen aanpakken en met elkaar oplossingen bedenken. Want ondanks de grootstedelijke problemen, is in de stad ook plek voor oplossingen en experimenten. Waar landelijke regelgeving veel in de weg zit, wordt plaatselijk steeds meer gedoogd ten bate van het experiment. In Amsterdam is er een ‘Free Zone’ ontstaan waar ondernemers en burgers een, op sterven na, dode winkelstraat weer leven in hebben geblazen. De Jan van Galenstraat is nu een hippe trendy plek geworden, waar burgers zelfs winkeltjes bestieren. Het kan overal, ook in Tilburg, ook in Maastricht. Steden zitten vol dynamiek. Trends en vernieuwing ontstaat daar niet zomaar. Burgers tonen hun lef en richten burgerbedrijven op of energiecoöperaties. We zien leerwerkbedrijven en talentfabrieken ontstaan. De kleine economie wordt omarmd. Er komen nieuwe vormen van volkskeukens met buurtgenoten als ondernemers. Er ontstaan wijkmusea en verhalenhuizen. Omdenk- en Kantelcafé’s, leeszalen en buurtzorg. Want we kunnen anders, beter en leuker. Praat-clubs zijn uit en Doe-clubs zijn in.
Omdenken is vooral omdoen. Waar inwoners oppakken en aanpakken. En ook dat is kanteldenken.
Marcel Kolder